Het Albapad begint in het dorpje Oosterhuizen net iets ten zuiden van Apeldoorn. Door het Beekbergerwoud, langs het spoor van de museumlijn Apeldoorn – Dieren en als laatste door een bosgebied loopt deze route rond het kleine dorpje.
Oosterhuizen
De route begint bij het dorpshuis in het centrum van het plaatsje Oosterhuizen. Zo wandel je richting het kanaal om daarna een stuk langs de Beekbergsebeek te lopen.
Beekbergerwoud
Om eerst nog een stuk verharde weg te volgen kom je uit in het Beekbergerwoud. Het Beekbergerwoud vormt is een 100 hectare moerasgebied met nu nog jonge elzenbroekbos en natte graslanden. Een elzenbroekbos is een bos van moerassige en venige, zoet en stilstaand water. Het was ooit het laatste oerbos van Nederland, totdat in 1871 de laatste boom werd geveld. In 2006 is natuurmonumenten begonnen om dit gebied te herstellen. Veel van de paden bestaan uit houten vlonderpaden en er zijn regelmatig stapstenen verwerkt in het pad.
Woudsloot
Tussen de weilanden door loopt de route richting het Kanaal Zuid. Zo wordt je geholpen om over het puntdraad te stappen doormiddel van een overstapje, dat is nou typisch een klompenpad.
Gasthuismolen
Langs de weg de Molenvaart kom je nog langs een voormalige watermolen. Vanaf 1294 zijn er bronnen te vinden die schrijven over een watermolen op deze plek
Langs de museumlijn
Tussen Apeldoorn en Dieren loopt de museumlijn van de Veluwse Stoomtrein Maatschappij (VSM). De VSM heeft bij Beekbergen een onderhoudswerkplaats en station (Beekbergen). Deze werkplaats kun je van een afstand zien. Zo volgt het klompenpad een stukje langs deze museumlijn.
Innerbergerweg
Het klompenpad loopt het laatste stuk nog door de bos. Dit bos ligt voorbij de A50 en kent nog wat kleine zandverstuivingen.
Conclusie
Het is een gevarieerde route van landbouwweides, een stuk moerasgebied en bos. Als je verwacht een boswandeling te maken dan is deze route niets voor jou. Verder vind ik een gevarieerde route door verschillende landschapstypes waarbij nog best wel wat stukken over onverharde paden zijn.
Vanaf het station Breda loopt deze rondwandeling door het centrum van Breda, het Mastbos en langs rivier de Mark en via Ginneken terug naar Breda
Markering
Goed opletten want de markering is niet erg goed aan gegeven, maar gelukkig had ik het kaartje bij mij en kon ik op de kaart de route goed vinden.
Centrum van Breda
We hebben de route tegen de klok ingelopen en via het de Boven Mark en het de Nieuwere Mark eerst om het centrum heen gelopen. Ze zijn op dit moment druk bezig om deze stadsgracht te vernieuwen en er meer groen in aan te brengen. Via diverse wegen wandel je het centrum uit en volg je de Aa of weerijs richting de Boven Mark.
Het Mastbos
Iets onder Breda ligt het Mastbos, dit is een van de oudste cultuurbossen van Nederland. Het Mastbos bestaat dit jaar 500 jaar. Het is het oudste aangeplante naaldbos van Nederland en de bomen hebben al heel wat zien langskomen. Het bos overleefde stormen, oorlogen, insectenplagen en kaalslag. Al eind 19e eeuw genoot het Mastbos landelijke bekendheid en trok het vele bezoekers. Graaf Hendrik III van Nassau, oompje van Willem van Oranje, liet het bos in 1515 aanleggen met dennenzaad uit Duitsland. Het Mastbos leverde hout voor onder meer de Spaanse vloot, scheepsmasten en de mijnbouw. Ook diende het bos als jachtgebied voor de Nassaus. Ze jaagden op groot wild en zetten valkeniers in voor de jacht op reigers, patrijzen en konijnen.
Kasteel Bouvigne
Na het bos wandel je door de uiterwaarden van riviertje De Mark spot je een kasteel aan het water. Het is onbekend hoe oud het kasteel precies is en hoe het er oorspronkelijk heeft uitgezien. Het eerste stenen huis kwam hier in 1554. Daarna groeide uit tot een voornaam herenhuis.
Ginneken
Na Kasteel Bouvignie loop je de stad weer in. Eerst een flink stuk door Ginneken, vroeger een zelfstandig villadorp, nu vergroeid met Breda. Onderweg komen we nog de prachtige Sint-Laurentiuskerk tegen.
Chassékazerne
De Chassékazerne is een voormalige militaire kazerne aan de Parade in het centrum van Breda. In 1898 werd begonnen met de bouw van de kazerne en de kazerne was af in 1899.
Terug naar Breda
Door het oude stadscentrum en langs de Grote Kerk van Breda wandel je terug naar het station
Conclusie
Het is een aardige route, niet heel spectaculair maar wel leuk om een keer Breda gezien te hebben.
De laatste regio’s van het Trekvogelpad heb ik afgerond! In juli ’21 ben ik begonnen met deze lange afstandswandeling die ik in losse etappes loop. Zo ben begonnen in Bergen aan Zee en ben ik via Amsterdam naar Naarden gelopen, dat was de eerste provincie. In het deel daarna ben ik over de Utrechtse Heuvelrug gelopen, daarna door de Veluwe en nu de laatste regio’s door de Achterhoek en Twente. Bij deze blog zit een een filmpje waar ik door de Achterhoek en Twente wandel.
Bronkhorsterveer
Met de veer steek je de rivier de IJssel over, je komt dan in het gebied: De Achterhoek.
Landgoed Hackfort
Het landgoed begon ooit als een eenvoudig woonhuis. In de loop van de tijd groeide het uit tot een compleet landgoed met kasteel, boomgaarden, weides en graanakkers.
Kasteel Vorden
Je komt aanlopen over een brede laan die naar het Kasteel loopt. Kasteel Vorden werd al genoemd in de 12e eeuw. Vorden is ontstaan aan een doorwaadbare plaats in de beek. In 1540 is het kasteel verbouwd naar de huidige vorm. Bij het kasteel Vorden kruisen we het bekende Pieterpad dat van noord naar zuid loopt.
Bos en Houtdag in Ruurlo
Onderweg kwam ik nog langs een evenement dat Staatsbosbeheer had georganiseerd. Op 17 september organiseerde Staatsbosbeheer een bos en hout dag in Ruurlo. Een open dag waarbij alles te zien
De Waterster
De zon was er net even maar inmiddels is het weer gaan regenen en kom je uit bij de Waterster. Dit gebied dat in een stervorm ligt en is aangelegd in 1915. De gemeente Borculo liet de vijver uitgraven omdat ze dacht het zand nodig te hebben voor de geplande uitbreiding van de tramlijn van Borculo naar Beltrum. Door de Eerste Wereldoorlog werden tramlijnen steeds minder rendabel, de tramlijn is er daarom nooit gekomen. De vijver is ook stervormig, maar staat door de droogte helemaal leeg.
Eibergen
Het kleine oude stadje Eibergen staat hierna op de planning. In de 15e eeuw moet Eibergen de beschikking hebben gekregen over enige stedelijke rechten.
Het Lankheet
Iets ten zuiden van Haaksbergen ligt het waterpark ‘Het Lankheet’. In dit prachtige bos- en rietlandschap wordt geëxperimenteerd met natuurlijke waterzuivering. Het water uit naarburige Buurser Beek wordt hier door rietbekkens gefilterd van fosfaat en stikstof.
Oostendorper Watermolen
Iets verderop bevind zich de Oostendorper watermolen is een dubbele, door water aangedreven molen. Aan de linkeroever staat een oliemolen en rechts een korenmolen. De funderingen bestaan uit Bentheimer zandsteen. Dit wordt hier in de omgeving gewonnen.
Haaksbergerveen
Hoogveen en natte heide, zoals in het Haaksbergerveen, zijn zeldzaam geworden in Nederland. Voor de turfwinning was dit landschap heel gangbaar in dit deel van Europa. Het hoogveen, dat in de loop der eeuwen is ontstaan, wordt gevoed door regenwater. Het veenmos dat er groeit heeft de bijzondere eigenschap dat het als een spons werkt: het houdt zelf regenwater vast, ook in tijden van droogte. Het heeft zo een eigen waterhuishouding, met een waterspiegel die hoger ligt dan de omgeving. Hierdoor kan het hoogveen uitgroeien tot grote aaneengesloten, zompige veenkussens.
Buurserzand
Het Buurserzand onderscheid zich met de eeuwenoude jeneverbesstruiken. Dit is een natuurgebied waar open heidevlakten, graslanden en bosjes elkaar afwisselen. Die afwisseling maakt het Buurserzand tot een geliefd wandelgebied.
Station Enschede
Het eindpunt van het Trekvogelpad is het station Enschede. Het huidige stationsgebouw stamt uit de jaren 50 van de vorige eeuw. Het station is ontworpen als een mix tussen kopstation en parallelstation.
Midden in het Buurserzand begint deze etappe zich en gaat richting Enschede. Onderweg kom je nog een recreatiegebied tegen, het Rutbeek en het laatste stuk is via de buitenwijken naar het centrum van Enschede waar de route eindigt op het treinstation
Waar is etappe 22?
Etappe 21 eindigt bij het Buurserzand en direct daar aansluitend vervolg je de route op etappe 23 richting Enschede. Dit is de slotetappe van het Trekvogelpad. Etappe 22 is een zijtak die naar de hostel en camping het Den Broam van de Nivon loopt en dan weer teruggaat naar de hoofdroute. Deze etappe heb ik overgeslagen omdat dit een alternatieve route is.
Sekmaatsvlakte of Buurserzand
In dit natuurgebied begint deze etappe. Het is een gebied met open heidevlakten, graslanden en kleine bosjes. Zo onderscheid het landschap zich met de eeuwenoude jeneverbesstruiken. Zo doet deze bes er drie jaar over voordat deze rijp is. Het eerste jaar is die nog groen, het tweede meer donker groen en het derde jaar zijn de bessen zwart. De jeneverbes is een conifeer, één van de weinige die van origine voorkomt in Nederland. Het aantal jeneverbessen is sterk afgenomen en er lijken maar weinig jonge bomen op te komen. Eén van de plekken waar het sinds een aantal jaar wel goed gaat, is het Buurserzand. De meeste jeneverbessen die je hier ziet staan zijn ongeveer even oud, zo’n 150 jaar. Om het land verder te verschralen, wordt er nog steeds gemaaid in het Buurserzand. Omdat de jonge jeneverbessen juist niet gemaaid moeten worden, worden deze gemarkeerd zodat die niet per ongeluk worden meegenomen met het maaien. Tijdens het maaien wordt er goed op de stokken gelet waardoor de jonge jeneverbessen door kunnen groeien.
Rutbeek
Het Rutbeek is ontstaan door zandafgraving. De “Laag van Usselo” werd in dat jaar ontdekt. Bij toeval werd bij een zandafgraving in het Usselerveen (waar nu het Rutbeek is) een 10 cm dikke bleke zandlaag ontdekt met houtskool en stukjes vuursteen. Deze laag is terug te vinden in heel Noord-Europa, en Usselo had hier een primeurtje mee te pakken. De parkeerplaats valt vooral op dat deze zo leeg zijn en dat de hekken die eromheen staan enorm zijn.
Buitenwijken van Enschede
Na de Rutbeek kom je aan bij de rand van Enschede, door verschillende vinex wijken wandel je door een complex van een organisatie ten behoeve van de geestelijke gezondheid door richting het centrum. Onderweg kom je nog door een tunnel waar je de A35 kruist en door de oudere wijken De Braker en Pathmos. Zo wandel je via het Volkspark richting het centrum. Onderweg kom je de campus van de hogeschool Saxion ook nog tegen.
RK Kerk Sint Jacobus de Meerdere en de Grote kerk
De eerste Sint Jacobus-kerk is herbouwd na een brand in de jaren 30 van de vorige eeuw. Zo geeft de bogengalerij toegang tot deze koepelkerk. Aan dezelfde Oude markt staat nog een kerk gebouw: De Grote Kerk. De oorspronkelijke kerk dateert uit de Middeleeuwen maar in 19de eeuw zijn er ingrijpende veranderingen doorgevoerd. Inmiddels wordt deze kerk door het theater gebruikt.
Station Enschede
Het eindpunt van het Trekvogelpad is het station Enschede. Het huidige stationsgebouw stamt uit de jaren 50 van de vorige eeuw. Het station is ontworpen als een mix tussen kopstation en parallelstation. De laatste functie verloor het in 1981 met de opheffing van de treindienst naar Gronau (Duitsland). Architect Schelling ontwierp na 1945 diverse stationsgebouwen, waaronder dat van Hengelo (1951), Zutphen (1952) en Arnhem (1954), die allen zijn gebouwd in de stijl van de Nieuwe zakelijkheid. Kenmerkend is het beton gebruik en de vele zuilen. Het is niet mijn stijl maar het past wel bij de stijl van de jaren 50 van de vorige eeuw.
Conclusie
Het gebied de Buurserzand is erg mooi en het is ook mooi om te zien dat de jeneverbes het daar zo goed doet. Het namelijk best uniek dat deze conifeer in de natuur groeit. Dan volgt een stuk langs de Rutbeek, dat is niet echt speciaal. De buitenwijken van Enschede zijn wat eentonig maar het centrum is wel leuk om doorheen te wandelen. Al met al is dit geen top etappe.
Vanaf de Buurserbeek en het landgoed Lankheet bij Haaksbergen wandel je langs een oude dubbele watermolen, een stuk door landbouw gebied en door het Buurserveen. Dit is een hoogveen gebied waar je prachtige vergezichten hebt. Dan loop je tussen de boerderijen door om te eindigen in heide gebied ver van alle voorzieningen. Deze etappe heb ik gecombineerd met etappe 23. Etappe 22 is een alternatieve naar een camping van de Nivon.
Het Lankheet
Iets ten zuiden van Haaksbergen ligt het waterpark ‘Het Lankheet’. In dit prachtige bos- en rietlandschap wordt geëxperimenteerd met natuurlijke waterzuivering. Het water uit naarburige Buurser Beek wordt hiervoor gebruikt. De route vervolgt zich langs deze beek.
Oostendorper Watermolen
Iets verderop bevind zich de Oostendorper watermolen is een dubbele, door water aangedreven molen. Aan de linkeroever staat een oliemolen en rechts een korenmolen. De funderingen bestaan uit Bentheimer zandsteen. Dit wordt hier in de omgeving gewonnen. De watermolen werd in opdracht van Karel V gebouwd en was in 1548 gereed. Er waren nog problemen met het missen van kantstenen. Kantstenen zijn maalstenen die op hun kant malen. Toch was de huidige plek niet zo goed gekozen want de molen had al snel last van een ontwerpfout en dat is tot de laatste restauratie in 1988 gebleven.
Zandwegen uit het Lankheet
De route heeft een mooie omweg gemaakt om de Buurser Beek en de Oostendorper Watermolen te kunnen zien. Ben van mening dat het wel een goede keuze is om hier even langs te gaan. De route vervolgt over zandwegen richting het veen.
Ontginningslandschap Langeloseveen en Krakeelsveld
In dit gebied van Nederland maakten boeren gebruik van gedeelde stukken land. Tot de tijd van Napoleon was dit de gangbare manier van boeren. Dit was was onderdeel van de marke Langelo. De marke Langelo hielden halverwege de 19e eeuw op te bestaan (Langelo in 1862). De tot dat moment gemeenschappelijke gronden werden verdeeld onder de rechthebbenden. Met de komst van de kunstmest konden, de uitgestrekte heidevelden en venen worden ontgonnen tot akkers, grasland en bos. Het kunstmest werd gangbaar in de tweede helft van de 19e eeuw.
Haaksbergerveen
Sinds september 2021 is Staatsbosbeheer aan de slag met het natuurherstel in natuurgebied Haaksbergerveen. Het herstel is goed te zien aan de de drijvende veenmosdekens. Zo’n drijvend mos pak kan zo dik worden dat er ook andere planten op kunnen groeien zoals de veenpluis. Het landschap krijgt een meer open karakter doordat er veel berkenbomen worden verwijderd. Hoogveen en natte heide, zoals in het Haaksbergerveen, zijn zeldzaam geworden in Nederland. Voor de turfwinning was dit landschap heel gangbaar in dit deel van Europa. Het hoogveen, dat in de loop der eeuwen is ontstaan, wordt gevoed door regenwater. Het veenmos dat er groeit heeft de bijzondere eigenschap dat het als een spons werkt: het houdt zelf regenwater vast, ook in tijden van droogte. Het heeft zo een eigen waterhuishouding, met een waterspiegel die hoger ligt dan de omgeving. Hierdoor kan het hoogveen uitgroeien tot grote aaneengesloten, zompige veenkussens. Het Haaksbergerveen is ruim 590 hectare groot en bestaat voor delen uit drijvende veenlagen en delen veen op een zandondergrond. Het Haaksbergerveen is een van de best herstellende hoogveenrestanten van Nederland. Dankzij een uitgekiend waterhuishoudingssysteem krijgt het hoogveen de kans om zich net als vroeger te ontwikkelen. Een stabiele waterstand is een belangrijke voorwaarde voor het behoud van hoogveen. In dit veengebied is de turfwinning altijd kleinschalig geweest waardoor een afwisselend landschap is ontstaan. Staatsbosbeheer heeft bij het veen ook meerder routes van 3 km, 3,5 km en eentje van 4 km die door het gebied heen lopen.
Een unieke kijk vanaf het vlonderpad in het ‘hart’ van het Haaksbergerveen
De veenputten waar het veen tot na de Tweede Wereldoorlog werd uitgestoken zijn nog zichtbaar. Het uitgestoken veen, ook bekend als turf, werd gebruikt als brandstof voor de kachel. De eenmansputjes van enkele vierkante meters in oppervlak waren voor eigen gebruik, maar er werd ook grootschaliger gestoken voor de talrijke textiel fabrieken in de omgeving. In de ontstane veenputten kwam na verloop van tijd de vorming van hoogveen weer spontaan op gang. Vanaf de jaren 70 zijn er dijkjes aangelegd om het water vast te houden en daarmee de vorming van nieuw veen te stimuleren.
Landbouwgebied
Na het prachtige veengebied wandel je een stuk over asfaltwegen door een landbouw gebied. Het is jammer dat ze hier niet een route hebben gevonden waar je meer door of langs het veen kunt lopen.
Buurserbeek
Na een stuk over asfaltwegen gelopen te hebben vervolgen we de route langs de Buurserbeek. Deze rivier loopt vanaf de Duitse grens naar Deventer toe waarna die zich met de IJssel verder na zee vervolgt. Deze beek wordt verderop de Schipbeek genoemd.
Sekmaatsvlakte of Buurserzand
Dit is een natuurgebied waar open heidevlakten, graslanden en bosjes elkaar afwisselen. Die afwisseling maakt het Buurserzand tot een geliefd wandelgebied. Er zijn ook meerdere uitzichtpunten waar we nu niet langs komen. Het gebied was een schenking van de weduwe van textielfabrikant van Heek. Het Buurserzand is het restant van een uitgestrekt heidelandschap. Deze heide vormde in het verleden een belangrijk onderdeel van het esdorpenlandschap. Essen zijn oude akkercomplexen die vaak in de middeleeuwen zo werden gevormd. Er zijn nog wat restanten te vinden van dit landschapstype rond het dorp Buurse en in het dal van de Buurserbeek. Hier eindigt deze etappe in de middle of nowhere.
Conclusie
Dankzij het Haaksbergerveen wat een prachtig en uniek stuk landschap is en het Buurserzand maakt deze etappe uniek. In mijn optiek is dit de mooiste etappe van het Trekvogelpad in Oost Nederland. Er zitten nog wel wat asfalt stukken in de route maar deze zijn ook op zaterdag erg rustig. De molen is een mooie uitstap van de route en ook erg bijzonder om een dubbelmolen te zien.
Door het Achterhoekse land wandel ik naar Twente. Via de Berkel wandel je door het boerenland naar de bossen van het landgoed de Lankheet. Hier volg ik de route tot aan de Buurserbeek waar deze halve etappe is afgelopen.
Eibergen
In het plaatsje Eibergen wordt ik door een parkeerwachter aangesproken, hij vroeg zich af wat ik op de foto ging zetten. Dus ik vertelde hem over het Trekvogelpad en de etappes die ik afgelegd had. Hij zorgde ervoor dat de auto’s tijdelijk wegbleven uit het centrum.
Van oorsprong is het een boerendorp. In 1830 werd aan rivier de Berkel een blekerij opgericht en in anderhalve eeuw groeide het bedrijf uit tot een van de grotere textielondernemingen. Voor de textielindustrie is het dorp dus van betekenis geweest.
Marke Mallem
Tot 1800 hadden ze in Twente en de Achterhoek het Marke systeem, de boeren deelde het land met elkaar en zorgden samen voor een goede opbrengst. Onderweg kom ik nog een grenssteen tegen die het gebied Marke Mallem aangeeft.
Mallumse Molen
Buiten het centrum wandel je over de Nieuwe Brug over de Berkel het bos in. Iets verderop duikt een prachtige oude watermolen op. Deze molen stond er al in 1430 en hoorde bij de Hof van Mallum. De inwoners van Eibergen waren vroeger verplicht hier hun koren te laten malen. Hier wordt ik al opgewacht door een Zeeuwse familie die graag op de foto wil met de oude watermolen. Dus heb ik zo ook gelijk maar gevraagd om mij met de molen op de foto te zetten
Berkel
Rivier de Berkel was vroeger de verbinding van Hanzestad Zutphen met het Duitse achterland. Omdat het waterpeil laag was, werd met platbodems gevaren: de Berkelzomp. Het spoor dat er in de 19de eeuw kwam, betekende het einde voor de scheepvaart. Het lijkt erop dat het gaat regenen maar gelukkig houd het al op met een paar spatjes. Langs de Berkel vervolgt de route zich. Hier wandel je over de slootkant en heb je zicht over de weilanden. Iets voorbij de bocht waar een aantal vissers in alle rust aan het vissen waren.
Op naar Twente
Er hangen rode vlaggen bij het schietterrein aan Rekkenseweg, dit ligt op de provinciegrens. Je bent nu in de laatste provincie aangekomen en zo wandel je Twente in.
Het Lankheet
Iets ten zuiden van Haaksbergen ligt het waterpark ‘Het Lankheet’. In dit prachtige bos- en rietlandschap wordt geëxperimenteerd met natuurlijke waterzuivering. Het water uit naarburige Buurser Beek wordt hier door rietbekkens gefilterd van fosfaat en stikstof. Een deel van het gefilterde water wordt gebruikt om kwetsbare gebieden te bevloeien en de rest stroomt terug naar de beek. Het gebied is 5 hectare groot met 6 filters van ieder 3 bassins. Jaarlijks wordt er zo’n 1,5 miljoen kuub water gezuiverd.
Poort Diaconie
Vanaf de Buurserbeek stap ik van de route af. Bij de Lankheterbrug wandel ik naar Eibergsestraat waar ik bij Poort Diaconie de bus pak naar huis.
Conclusie
Vanaf Eibergen wandel je langs de Berkel, dan een stuk landbouwgebied en het laatste stuk is door het landgoed Lankheet. Dit landgoed is bijzonder vanwege het waterzuiveringssysteem en de rietvelden
Door het boerenland wandel ik door Achterhoek. Dit stuk is over het platteland, dat hier in deze regio een coulisselandschap is. Dat zijn weides afgewisseld door bomen om te eindigen in de historische stad Eibergen.
Borculo
Vanaf Ruurlo ben ik met de bus naar Borculo gegaan. Hier start ik bij halte de Snofhutte en wandel ik naar het beginpunt aan de Geerdinksdijk.
Geerdinksdijk
Over de boerenlandwegen wandel ik verder richting Eibergen. Onderweg kom ik diverse boeren tegen op de trekker tegen die druk aan het gras maaien zijn. Het gebied is erg rustig, onderweg wordt je ook begroet door de koeien in de weide. Zo wandel ik door boerenland. En door nog meer boerenland. Een beetje eentonig misschien, maar wat is het hier heerlijk rustig, gemoedelijk en plezierig.
Haarlose kanaal
Dan volgt de route een stuk langs het Haarlose kanaal. Eerst over asfalt en later door een bos met prachtige lanen.
Eswal
Vanaf de 9de eeuw zijn de eerste essen ontgonnen. Essen zijn de eerste akkerbouw gebieden die de mens van de wildernis veroverden. Deze akkers werden gescheiden met een gevlochten takken rand. Omdat het land werd opgehoogd met vaste mest waren deze randen al snel te laag. Zo werden deze steeds verder opgehoogd. In deze regio is de stichting Agrarisch Natuurbeheer Berkel en Slinge bezig geweest om zo’n natuurlijk wal te herstellen. Dit project maakt onderdeel uit van de Landschapswacht. Dit type landschapselement dat op veel plekken aan het verdwijnen. Het verdwijnen van zulke houtwallen is daarnaast ook slecht voor de vele vogels, planten, mossen en zoogdieren die leven in de eswallen.
Twenteroute
De route loopt verder door het boerenland waarna deze onderbroken wordt door de brede Twenteroute (N18). De oorspronkelijke weg is hiervoor afgesloten en je moet via het viaduct de Vinkennest over deze weg heen.
Paddenstoelen
Onderweg sprak ik een stel Duitsers die paddenstoelen aan het kijken waren. Nu is Duitsland ook niet zo ver meer vanaf Eibergen.
Eibergen
Het kleine oude stadje Eibergen staat hierna op de planning. In de 15e eeuw moet Eibergen de beschikking hebben gekregen over enige stedelijke rechten. In Eibergen is het 3-daagse evenement Halloweekend. Een weekend waarin Eibergse ondernemers samenwerken met de lokale maatschappelijke stichtingen en verenigingen. Zo was er ook een markt in het centrum.
Conclusie
Het achterhoekse boerenland is een afwisseling van kleine bossen met weides. Stukken zijn over asfaltwegen, maar ook over zandwegen. Het is erg rustig en gemoedelijk.