De ENCI-groeve in Maastricht is een bijzondere plek waar de contrasten tussen menselijke activiteit en de natuur duidelijk zichtbaar zijn. Een bezoek aan deze voormalige mergelgroeve biedt een unieke ervaring waarin je wordt ondergedompeld in de geschiedenis van de krijtzee en tegelijkertijd getuige bent van de transformatie naar een prachtig natuurgebied. Tijdens mijn recente wandeling op de Dutch Mountain Trail, stuitte ik op de ENCI-groeve en maakte ik kennis met de bijzonderheden die dit gebied te bieden heeft.
Terug in de tijd
Bij aankomst bij de ENCI-groeve werd mijn aandacht meteen getrokken door de borden en banieren die wezen op een open dag. Nieuwsgierig als ik was, besloot ik even te informeren naar de activiteiten. Het concept van stands waar verschillende onderwerpen werden besproken, was mooi gedaan en ik was benieuwd naar wat er te leren viel over dit bijzondere gebied.
De geschiedenis van de groeve
Tussen 1926 en 2018 werd er in de groeve mergel gewonnen. Dit werd verwerkt tot cement. Je wandelt hier over een voormalige krijtzee bevond en eigenlijk ga je dus miljoenen jaren terug in de tijd. Het silex (vuursteen) is een afval product van de mergelwinning. Dit loopt zwaar maar het uitzicht maakt alles goed. De groeve is sinds juli 2018 gesloten voor productie, waardoor de natuur de ruimte heeft gekregen om te gedijen en het geluid van vogels en kikkers nu de boventoon voert.
Zo wandel je over de A2 Heuvel, dit het zand van de tunnel door Maastricht. Er is een tunnel onder Maastricht doorgegraven ter bevordering van de doorgang van het verkeer. Dit is hier neergestort om er voor te zorgen dat de ENCI groeve niet alleen kuil is. De voormalige eigenaar mocht niet dieper graven vanwege instortingsgevaar dus hebben ze 5 kilometer verderop enorme uitbreidingsplannen gepresenteerd. Je bent dan in het Waalse gewest en in België is dit allemaal geen probleem. Daar wordt ook niet geprotesteerd en zijn natuur organisaties kennelijk nog niet zo actief. Bij de Groeve van Romont wordt het mergel al gewonnen en deze groeve zal 3 keer groter worden dan deze groeve.
De biotopen en het water
Tijdens mijn verkenning van de ENCI-groeve kwam ik verschillende enthousiaste vrijwilligers tegen die betrokken zijn bij het beheer van het gebied. Marieke, een coördinator, vertelde me over de creatie van een kalkland moeras, een zeldzaam fenomeen dat op weinig plaatsen voorkomt. Dankzij haar inzet en die van anderen, gedijen hier de grootste libellen, vuurlibellen en talloze andere planten en dieren. Naast het herintroduceren van natuur zorgen deze kalklandmoerassen er ook voor dat het water verdampt waardoor er minder gepompt hoeft te worden. De groeve ligt namelijk onder het niveau van de maas dus als er niks gebeurd zal dit een groot meer worden. De betrokken organisaties hebben niet voor deze optie gekozen.
Het natuurbeheer
Zo werken de vrijwilligers van beheer aan het onderhoud van het gebied. Zo verteld hij over het weghalen van vlinderstuiken. Op moeilijke plekken zoals aan de rotswand huren ze specialisten in om dit te onderhouden. Het gebied dat eigendom is van Natuurmonumenten begint ten zuiden van Maastricht en loopt tot aan de Belgische grens. Zo worden de kalklandvelden door schapen begraast. Deze inspanningen dragen bij aan het behoud van de biodiversiteit en het creëren van een evenwichtig ecosysteem.
Oehoe valei
Aafke deelde haar kennis over het dal van de Oehoe, waar deze majestueuze vogels broeden en hun jongen grootbrengen. Dit gebied is bijna altijd gesloten op een enkele excursies na. Deze excursies worden gegeven na het broed seizoen. De Oehoe broed in februari en maart en de jongen verlaten in september/oktober het geboortegebied om eigen territorium te zoeken. Er zitten hier twee nesten kort bij elkaars, meestal komt dat niet voor, normaal hebben de Oehoes meer afstand nodig, maar kennelijk hebben ze genoeg voedsel. Aafke vertelde dat ze in Maastricht woonde maar kwam nog te weinig in het heuvelland kwam en dat ze dit jammer vond. Dus haar voornemen was om meer op pad te gaan.
Schaapsherder
Zo kwam ook nog de Schaapsherder langs, ze liep hier met een kudde schapen en aantal geiten. Geiten staan erom bekend dat ze graag kleine boompjes en struiken eten. Door geiten in te zetten op plekken waar ongewenste begroeiing, zoals jonge boompjes, aanwezig is, kunnen ze deze opruimen en voorkomen dat ze uitgroeien tot grote bomen. Dit is vooral nuttig in gebieden waar het handmatig verwijderen van vegetatie moeilijk is. Schapen daarentegen hebben de neiging om gras te eten. Ze zijn uitstekende grazers en kunnen het gras kort houden, waardoor de groei van bepaalde plantensoorten wordt beperkt. Dit is vooral belangrijk op plaatsen waar het behoud van open graslanden of heidevelden essentieel is voor de ecologie of het behoud van een specifieke habitat. Door het gebruik van geiten en schapen als natuurlijke grazers kan de Schaapsherder bijdragen aan het behoud van een gezonde balans in het ecosysteem. Ze zorgt ervoor dat bepaalde plantensoorten niet overwoekeren.
Zo vertelt bij een volgende stand een vrijwilliger over de velden. Deze worden op een specifieke manier begraasd en het veld is verdeeld in 40 stukken en afhankelijk van de conditie van de schapen wordt er bepaald waar en wanneer er begraasd wordt. Bijvoorbeeld als de schapen aan het lammeren zijn dan is de schaap meer voedingsijk eten nodig en op andere momenten is begrazing in de groeve meer dan genoeg. In dit gebied groeit de Grote ratelaar, dit is een half parasiet die er voor zorgt dat andere bloemen meer kans krijgen om te groeien.
Het eiland van Ber
Het eiland van Ber, vernoemd naar de vinder van Mosasaurussen in het gebied, biedt bezoekers de mogelijkheid om een ander perspectief op de groeve te ervaren. Hier zijn de overblijfselen van deze prehistorische wezens te bewonderen in het Natuurhistorisch Museum in Maastricht.
Zo sprak ik hier Lysan, een communicatiemedewerker voor het gebied en ze had hier een stand om meningen uit te vragen van de bezoekers. Ze vertelde over de uitdagingen die Natuurmonumenten heeft in dit gebied en te zorgen dat het gebied wordt onderhouden. Het onderhoud van de groeve wordt bekostigd door de leden van de organisatie en voor de gebieden eromheen krijgt de organisatie een kleine vergoeding van de overheid omdat het een Natura 2000 gebied is. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Zo vertelde ze over dat het aantal leden van de organisatie zit de laatste jaren weer in de lift zit en dat ze hierdoor nog beter voor de natuur konden zorgen.
Conclusie
Een bezoek aan de ENCI-groeve is een reis door de tijd. Van de menselijke activiteit die cement produceerde tot de evolutie van de groeve naar een prachtig natuurgebied, elke stap onthult nieuwe verrassingen en inzichten. De betrokkenheid van vrijwilligers en natuurliefhebbers bij het behoud en de ontwikkeling van dit gebied is mooi om te zien. Mijn wandeling op de Dutch Mountain Trail werd verrijkt door deze bijzondere ontdekking. Je mag normaal niet in de groeve zelf kijken maar eromheen kun je prachtig wandelen.