Vanuit het centrum van Otterlo wandel ik door het Nationaal Park de Hoge Veluwe naar Hoenderloo. Het nationale park is in 1935 gesticht. Het is een afwisselend landschap met bossen, zandverstuiving, cultuur een stukje moeras. Tijdens de etappe wandel voor het grootste gedeelte op onverharde paden.
Otterlo
In het dorpje op de Veluwe zijn de sporen van de Tweede Wereldoorlog nog te zien, zo kwam ik langs een monument. Zo komt er een grote stroom evacués uit Arnhem en Oosterbeek komt op gang. Velen kiezen de weg langs Deelen richting Apeldoorn. Een belangrijke tweede stroom gaat richting Otterlo. Het dorp is niet berekend op het opvangen van duizenden evacuees. Uit alle macht wordt gedaan wat mogelijk is en om de mensen te helpen. Door geverfde Rode Kruis vlaggen op de daken krijgt het dorp al gauw de naam “Rode Kruisdorp”. In april 1945 wordt er bij de bevrijding fel in en om het dorp gevochten. Het monument ‘Slag in Otterlo’ herinnert de inwoners van Otterlo aan de strijd die tussen 15 en 17 april 1945 heeft plaatsgevonden.
Nationaal Park De Hoge Veluwe
Buiten Otterlo kom je aan bij de ingang van het nationale park. Hier moet je een entreekaart kopen om verder te mogen. Over een onverhard pad dat parallel loopt met de Houtkampweg wandel je het park verder in. Voorbij het Rieselo wandel je meer bos in waards.
Eikenhakhout
Tot ongeveer 1900 was eikenhakhout een belangrijke vorm van bosbeheer in Nederland. Jonge eiken werden op ongeveer 30 centimeter afgezaagd, waarna er meerdere nieuwe uitlopers konden uitgroeien. Na 8 tot 20 jaar werden ook deze afgezaagd, waarna het proces zich weer kon herhalen. Het gedeelte van de boom dat steeds bleef staan, wordt het hakhoutstoof genoemd. Het overgrote deel van het hout werd gebruikt als brandhout. Omdat eikenschors veel looizuur bevat, werd het ook gebruikt bij het looien van leer. Door de opkomst van kunstmatig geproduceerde looistof vanaf 1900 begon de eikenhakhoutcultuur te verdwijnen.
Oriënteertafel
Midden in het bos staat een stenen tafel die in 1923 is gebouwd. Er staat een windroos op en eronder ligt een waterkelder, die gebruikt is voor het beregenen van het President Steijnpark. Hier komen we later nog langs. De tafel staat op een hoog punt en gaf een uitzicht op De Plijmen en de locatie van het nooit afgeronde Grote Museum.
Het Grote Museum
Aan de zuidkant van de Franse Berg wilde Helene Kröller-Müller een museum voor haar kunstcollectie bouwen. In 1921 werd er met de bouw begonnen. Er was zelfs speciaal hiervoor een spoorlijn aangelegd. Zo werden de Maulbronner zandstenen aangevoerd. In 1921 zijn een aantal muren al aangelegd. Het werk werd in 1922 vanwege de financiële problemen stilgelegd. De economische crisis van de jaren dertig sloegen toe. De plannen voor het Grote Museum werden in 1935 definitief opgegeven. De overheid werd eigenaar van de kunstcollectie en in 1938 ondergebracht in een meer bescheiden ‘tijdelijk museum’ aan de noordkant van de Franse Berg. Deze ‘tijdelijke’ locatie is het huidige Kröller-Müller Museum.
De Franse berg
De Franse berg is een langgerekte heuvelrug van zo’n 20 meter hoog. Het is oorspronkelijk een stuifduin van het Pampelse en Deelense Zand. Het is met 56 meter boven NAP een van de hoogste punten van het park. De naam Franse Berg is afkomstig van de troepen die hier tijdens de Franse bezetting (1792-1813) een uitkijkpost hadden.
Bezoekerscentrum
Midden in het park staat het bezoekerscentrum van het nationaal park, deze is in 2019 geopend door koning Willem Alexander.
De Veentjes
Het moerassige gebied De Veentjes, aan de noordkant van het landgoed, leek de uitgelezen locatie voor het Jachthuis, vooral vanwege het daar aanwezige water. Nog zonder uitgewerkt bouwplan werd aan de aanleg van de vijver en een gemetselde brug begonnen. Maar de familie Kröller twijfelde. Na aankoop van een nieuw stuk grond schoof de plaats voor het Jachthuis op in noordelijke richting. Daar werd een tweede (grotere) vijver gegraven die met de eerste werd verbonden
Pompgebouw
Het Pompgebouw is gebouwd in 1923. Het is eigenlijk het voetstuk van een ‘Amerikaanse windmotor’, een ijzeren windmolen waarmee grondwater voor de grote vijver kon worden opgepompt. Dat bleek uiteindelijk niet nodig, de windmolen werd afgebroken en het resterende stuk onderbouw is inmiddels een rijksmonument.
Jachthuis Sint Hubertus
Het Jachthuis Sint Hubertus, het voormalige buitenverblijf van het echtpaar Kröller-Müller, is een iconisch gebouw. In 1914 besloot de familie tot de bouw van een buitenhuis. De bouw duurde van 1915 tot 1920.
De legende van Sint Hubertus
De edelman Hubertus ging op Goede Vrijdag jagen. Er verscheen een hert met een lichtend kruis tussen het gewei en er klont een stem. De zij vrij vertaald: Als je je niet bekeerd dan ga je naar de hel. Hubertus kwam tot inkeer werd uiteindelijk de bisschop van Luik. Oorspronkelijk was het niet het idee om de legende in het jachthuis te verwerken maar de toenmalige eigenaresse bracht het idee in omloop. De vorm van het gebouw komt wel mooi overeen met de onderdelen uit de legende. Het jachthuis is gebouwd in de stijl van Jugendstil.
Hoenderloo
Door de bossen wandel je naar de uitgang aan de kant van Hoenderloo. Hier heb ik de witte park fiets gepakt en een rondje gemaakt over het park, hier heb ik ook een blog artikel over geschreven. Bij dit punt verlaat je het park en ben ik bij halte “Hoenderloo, Centrum” met lijn 108 weer richting huis vertrokken.
Conclusie
Het nationaal park heeft een prachtige natuur en cultuur. Het is een mooi afwisselend gebied van stuifzand, heuvels, bos en bijzondere oude gebouwen. Een belangrijk pluspunt is dat je voor een groot gedeelte op onverharde paden wandelt.
← Vorige etappe – Volgende etappe →
In de serie van het Trekvogelpad gebruik ik de etappe nummers van Wandelnet. Zie de overzichtspagina Trekvogelpad voor de andere wandelingen uit deze serie